Productenbesluit asbest
Productenbesluit asbest
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 juli 2004, nr. MJZ2004060995, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;
Gelet op artikel 5 van richtlijn nr. 83/477/EEG van de Raad van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (PbEG L 263), artikel 3 van richtlijn nr. 83/478/EEG van de Raad van 19 september 1983 (PbEG L 263), houdende vijfde wijziging (asbest) van richtlijn nr. 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, artikel 7, eerste gedachtestreepje, van richtlijn nr. 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest (PbEG L 85), artikel 2, vijfde lid, tweede volzin, en zesde lid, eerste volzin, van richtlijn nr. 98/12/EG van de Commissie van 27 januari 1998 (PbEG L 81) tot aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn nr. 71/320/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de reminrichtingen van bepaalde categorieën motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, richtlijn nr. 1999/77/EG van de Commissie van 26 juli 1999 (PbEG L 207) tot zesde aanpassing aan de technische vooruitgang van bijlage I bij richtlijn nr. 76/769/EEG, artikel 3, tweede lid, tweede volzin, van richtlijn nr. 2002/78/EG van de Commissie van 1 oktober 2002 (PbEG L 267) tot aanpassing aan de technische vooruitgang van richtlijn nr. 71/320/EEG, artikel 1, vijfde lid, van richtlijn nr. 2003/18/EG van het Europese Parlement en de Raad van 27 maart 2003 (PbEU L 97) tot wijziging van richtlijn 83/477/EEG van de Raad betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling van asbest op het werk, de artikelen 24 en 39, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, de artikelen 16 en 33, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en de artikelen 4, 8, 12, 13, 14 en 32b van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 6 september 2004, nr. W08.04.0331/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 december 2004, nr. MJZ 2004118121, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
§ 1. Begripsbepalingen en werkingssfeer
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
asbest: de volgende vezelachtige silicaten: actinoliet (CAS-nummer 77536-66-4), amosiet (CAS-nummer 12172-73-5), anthofylliet (CAS-nummer 77536-67-5), chrysotiel (CAS-nummer 12001-29-5), crocidoliet (CAS-nummer 12001-28-4) en tremoliet (CAS-nummer 77536-68-6);
serpentijnasbest: het vezelachtige silicaat, chrysotiel;
amfiboolasbest: vezelachtige silicaten: actinoliet, amosiet, anthofylliet, crocidoliet en tremoliet.
Artikel 2
Dit besluit is niet van toepassing op:
asbest of een asbesthoudend product dat wordt verwijderd bij het verrichten van een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving;
een product waaraan geen asbest opzettelijk is toegevoegd en waarvan de concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest, bepaald overeenkomstig een bij regeling van Onze Minister vast te stellen methode, niet hoger is dan honderd milligram per kilogram droge stof;
handelingen waaromtrent regels zijn gesteld bij of krachtens het Asbestverwijderingsbesluit 2005;
het geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen van bouwwerken of objecten waarin asbest of asbesthoudende producten is respectievelijk zijn verwerkt en het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten uit deze bouwwerken of objecten voorzover daaromtrent regels zijn gesteld bij of krachtens het Arbeidsomstandighedenbesluit;
het verwijderen van asbest bij sloopwerkzaamheden aan bouwwerken als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
het herschikken van verontreinigde grond als bedoeld in artikel 4.1241, vijfde lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, tenzij aan die grond opzettelijk asbest is toegevoegd;
het tijdelijk uitnemen van grond als bedoeld in artikel 4.1222a of 4.1230a, tenzij aan die grond opzettelijk asbest is toegevoegd.