Home

Regeling zeevarenden

Geldig vanaf 1 januari 2023
Geldig vanaf 1 januari 2023

Regeling zeevarenden

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2023]

Aanhef

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op het op 23 februari 2006 in Genève tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007, 93), richtlijn nr. 2009/13/EG van de Raad van de Europese Unie van 16 februari 2009 tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het Maritieme Arbeidsverdrag, 2006, en tot wijziging van Richtlijn 1999/63/EG (PbEU L 124), de artikelen 1, tweede lid, 2, eerste, vierde en vijfde lid, 7, derde lid, 19, derde en vierde lid, 20, tweede lid, 21, 22, vierde en vijfde lid, 22a, vierde lid, 38, derde lid, 48, 48a, 48b, tweede en derde lid, 48c, tweede, derde en vierde lid, 48d, derde en vierde lid, 55c, tweede lid, 55 e, 62, 66, 69a, tweede lid, en 69b, tweede lid, van de Zeevaartbemanningswet, na de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel JJ, van de wet van 6 juli 2011 (Stb. 394) inzake implementatie van het genoemde verdrag aan te halen als Wet zeevarenden, de artikelen 6.4:1, tweede lid, en 6.4:2, vierde lid, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer, de artikelen 5, 6, tweede lid, 8, tweede lid, 103, eerste lid, 104, en 106, eerste, tweede en derde lid, van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart en artikel 29, eerste lid, van het Binnenvaartbesluit;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • commercieel jacht: een schip van minder dan 3000 GT met een loodlijnlengte van 24 meter of meer, dat is ontworpen en gebouwd en uitsluitend wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van niet meer dan 12 passagiers en waarop de LY2-code dan wel de LY3-Code als bedoeld in artikel 1 van de Regeling veiligheid zeeschepen kan worden toegepast;

  • officier: een scheepsofficier als bedoeld in de wet en iedere andere zeevarende die door de scheepsbeheerder als officier wordt aangemerkt;

  • onderofficier: een zeevarende die aan boord een toezichthoudende functie heeft of een andere functie met bijzondere verantwoordelijkheid en die door de scheepsbeheerder als zodanig wordt aangemerkt;

  • minister: de Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • passagiersschip: een schip bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf passagiers;

  • schepen voor bijzondere doeleinden: schepen die op grond van artikel 6 van de Regeling veiligheid zeeschepen een certificaat hebben op basis van de SPS-code of de SPS-code 2008 als bedoeld in artikel 1 van de Regeling veiligheid zeeschepen;

  • garnalenkotter: vissersvaartuig gebruikt voor de vangst van garnalen, met een lengte van minder dan 24 meter en een voortstuwingsvermogen van minder dan 750 kW, waarvoor een bemanningscertificaat voor reizen die zich niet verder uitstrekken dan beperkt vaargebied en waarvoor een vergunning op grond van artikel 36 van de Uitvoeringsregeling visserij voor het vangen van garnalen is afgegeven;

  • referentielastlijn: voor schepen waarop het Uitwateringsverdrag als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Schepenbesluit 2004 van toepassing is, de lijn voor zomeruitwatering als bedoeld in Bijlage 1, voorschrift 6, lid 2, onderdeel a, van het Uitwateringsverdrag en voor schepen waarop het Uitwateringsverdrag niet van toepassing is, de lijn parallel aan de ontwerplastlijn gelegen op een afstand van 20% van de holte naar de mal als bedoeld in Bijlage 1, voorschrift 3, lid 5, van het Uitwateringsverdrag, maar maximaal 1000 mm onder het vrijboorddek als bedoeld in Bijlage 1, voorschrift 3, lid 9, van het Uitwateringsverdrag;

  • Uitwateringsverdrag: het op 5 april 1966 te Londen tot stand gekomen Verdrag betreffende de uitwatering van schepen (Trb. 1966, 275) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen;

  • verblijven: dag- en nachtverblijven en alle ruimten voor sanitaire doeleinden, voedselvoorziening, ziekenverpleging en recreatie aan boord van een schip, bestemd voor gebruik door zeevarenden;

  • wet: Wet zeevarenden;

  • SCV-Code: de in februari 2001 onder auspiciën van de IMO opgestelde en bij circulaire SLS.14/Circ.396, als voor het Koninkrijk der Nederlanden geldende equivalente regeling, aangemelde Code voor de veiligheid van kleine commerciële schepen waarmee reizen worden ondernomen in het Caribisch gebied (Code of Safety for Small Commercial Vessels operating in the Caribbean);

  • Caribische handelszone: de Caribische handelszone (Caribbean Trading Area) als omschreven in hoofdstuk 1, artikel 2, onderdeel 6, van de SCV-Code.

Artikel 1.2. Personen niet aangemerkt als zeevarenden

De volgende categorieën van personen aan boord van een schip, worden voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens de wet niet aangemerkt als zeevarenden:

  1. passagiers;

  2. meevarende relaties en familie van zeevarenden, die geen werkzaamheden verrichten die onderdeel uitmaken van de normale werkzaamheden aan boord;

  3. militairen, inspecteurs en loodsen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b van de Loodsenwet;

  4. personen die uitsluitend in een haven of een havenfaciliteit als bedoeld in artikel 1, onderdeel f onderscheidenlijk c, van de Havenbeveiligingswet aan boord van een schip zijn;

  5. andere personen wier werkzaamheden geen onderdeel uitmaken van de normale werkzaamheden aan boord in het kader van het gebruik van het schip.

Artikel 1.3. Uitzonderingen voor bepaalde categorieën van schepen

Artikel 1.3a. Uitzonderingen politieschepen met een lengte van minder dan 12 meter

Artikel 1.3b. Vrijstelling garnalenkotters

Artikel 1.3c. Uitzonderingen niet commercieel gebruikte schepen

§ 2. Monstering

Artikel 2.1. Model document

Artikel 2.2. Monsterboekje

Artikel 2.3. Monsterrol

§ 3. Huisvesting en voorzieningen ten behoeve van de zeevarenden aan boord

Artikel 3.1. Verblijven voor zeevarenden

Artikel 3.2. Ontheffingen verblijven

Artikel 3.3. Nachtverblijven

Artikel 3.4. Wezenlijk gelijkwaardige bepalingen voor nachtverblijven op commerciële jachten

Artikel 3.5. Wezenlijk gelijkwaardige bepalingen voor nachtverblijven op schepen van minder dan 500 GT

Artikel 3.6. Wezenlijk gelijkwaardige bepaling voor nachtverblijven op passagiersschepen en schepen voor bijzondere doeleinden

Artikel 3.7. Ontheffingen en afwijkende voorschriften nachtverblijven

Artikel 3.8. Dagverblijven

Artikel 3.9. Ontheffingen en afwijkende voorschriften dagverblijven

Artikel 3.10. Sanitaire voorzieningen

Artikel 3.11. Ontheffingen en afwijkende voorschriften sanitaire voorzieningen

Artikel 3.12. Ziekenverblijven

Artikel 3.13. Recreatieve en sociale voorzieningen

Artikel 3.14. Ontheffing zwembad

Artikel 3.15. Diverse voorzieningen

Artikel 3.16. Ontheffingen kantoren en wasvoorzieningen

Artikel 3.17. Ontheffing wegens gewoonten zeevarenden

Artikel 3.18. Voorzieningen voor opslag en bereiding van voedsel en drinkwater

Artikel 3.19. Gebruikte materialen

Artikel 3.20. Gebruiksvoorschriften verblijven

Artikel 3.21. Gebruik van recreatieve en sociale voorzieningen

Artikel 3.21a

Artikel 3.22. Afwijking op basis van wezenlijke gelijkwaardigheid

Artikel 3.23. Procedure bij bouw of verbouw schip

§ 4. Voeding en drinkwater

Artikel 4.1. Voeding

Artikel 4.2. Drinkwater

Artikel 4.3. Peilen van drinkwatertanks

Artikel 4.4. Zout- en zoetwaterkranen

Artikel 4.5. Maximale hoeveelheid sterke drank

Artikel 4.6. Inspectie

§ 4a. Huisvesting, voorzieningen, voeding en drinkwater ten behoeve van vissers aan boord van vissersvaartuigen

Artikel 4a.1. Stahoogte

Artikel 4a.2. Openingen naar en tussen accommodatieruimten

Artikel 4a.3. Isolatie accommodatieruimten

Artikel 4a.4. Maatregelen tegen vliegen en andere insecten

Artikel 4a.5. Nooduitgangen

Artikel 4a.6. Ventilatie

Artikel 4a.7. Verwarming en airconditioning

Artikel 4a.8. Verlichting

Artikel 4a.9. Noodverlichting

Artikel 4a.10. Effecten bewegingen vissersvaartuig op slaapruimten

Artikel 4a.11. Vloeroppervlak slaapruimten

Artikel 4a.12. Aantal personen per slaapruimte

Artikel 4a.13. Slaapruimten voor officieren

Artikel 4a.14. Kooien

Artikel 4a.15. Comfort slaapruimten

Artikel 4a.16. Eetruimten

Artikel 4a.17. Afmetingen en uitrusting eetruimten

Artikel 4a.18. Aanwezigheid sanitaire voorzieningen

Artikel 4a.19. Eisen sanitaire voorzieningen

Artikel 4a.20. Wasvoorzieningen

Artikel 4a.21. Voorzieningen voor zieke en gewonde vissers

Artikel 4a.22. Overige voorzieningen

Artikel 4a.23. Beddengoed, eetgerei en overige verstrekkingen

Artikel 4a.24. Recreatievoorzieningen

Artikel 4a.25. Communicatievoorzieningen

Artikel 4a.26. Kombuis

Artikel 4a.27. Opslag butaan-propaan voor het koken

Artikel 4a.28. Opslagvoorzieningen voor levensmiddelen

Artikel 4a.29. Voeding en drinkwater

Artikel 4a.30. Hygiëne en netheid

Artikel 4a.31. Inspectie

Artikel 4a.32. Uitzonderingen

§ 5. Certificaat maritieme arbeid en verklaring naleving maritieme arbeid

Artikel 5.1. Inhoud verklaring naleving maritieme arbeid deel I

Artikel 5.2. Inhoud verklaring naleving maritieme arbeid deel II

Artikel 5.3. Inspectie, geldigheid en verlenging certificaat maritieme arbeid

Artikel 5.4. Inspectierapport

Artikel 5.5. Voorwaarden afgifte voorlopige certificaten

Artikel 5.6. Aanvraag certificaat maritieme arbeid en voorlopig certificaat maritieme arbeid

Artikel 5.7. Vervallen certificaat bij onttrekken van schip aan oorspronkelijke bestemming

Artikel 5.8. Modellen

Artikel 5.9. Erkenning van organisaties

Artikel 5.10. Aanwijzing erkende rechtspersonen

§ 5a. Visserij-arbeidscertificaat

Artikel 5a.1. Modellen

Artikel 5a.2. Geldigheidsduur certificaten

Artikel 5a.3. Afgifte en verlenging certificaten

§ 6. Register

Artikel 6.1. Gegevensregistratie Centraal inspectieregister

§ 7. Klachtenprocedures

Artikel 7.1. Klager

Artikel 7.2. Klachtenprocedure aan boord

Artikel 7.3. Klachtbehandeling aan de wal

§ 8. Beroepsvereisten

Artikel 8.1. kennisbewijzen hoger maritiem officier alle schepen en middelbaar maritiem officier alle schepen

Artikel 8.2. kennisbewijs stuurman-werktuigkundige kleine schepen

Artikel 8.3. kennisbewijzen stuurman alle schepen en stuurman waterbouw

Artikel 8.4. kennisbewijs wachtstuurman tot 3000 GT

Artikel 8.5. kennisbewijzen scheepswerktuigkundige alle schepen en scheepswerktuigkundige waterbouw

Artikel 8.6. kennisbewijs wachtwerktuigkundige tot 3000 kW

Artikel 8.7. kennisbewijs schipper-machinist beperkt werkgebied

Artikel 8.8. kennisbewijs officier elektrotechniek alle schepen

Artikel 8.9. kennisbewijs gezel elektrotechniek alle schepen

Artikel 8.10. kennisbewijs gekwalificeerd gezel dek alle schepen

Artikel 8.11. kennisbewijs gekwalificeerd gezel machinekamer alle schepen

Artikel 8.12. kennisbewijs gekwalificeerd gezel dek en machinekamer alle schepen

Artikel 8.13. kennisbewijs wachtlopend gezel dek alle schepen

Artikel 8.14. kennisbewijs wachtlopend gezel machinekamer alle schepen

Artikel 8.15. kennisbewijs wachtlopend gezel dek en machinekamer alle schepen

Artikel 8.15a. Kennisbewijs stuurman-werktuigkundige vissersvaartuigen SW4

Artikel 8.15b. Kennisbewijs stuurman vissersvaartuigen S4

Artikel 8.15c. Kennisbewijs werktuigkundige alle vissersvaartuigen W4

Artikel 8.15d. Kennisbewijs stuurman-werktuigkundige vissersvaartuigen SW5

Artikel 8.15e. Kennisbewijs stuurman-werktuigkundige vissersvaartuigen SW6

Artikel 8.16. bekwaamheidsbewijs stuurman grote zeilvaart

Artikel 8.17. bekwaamheidsbewijs stuurman kleine zeilvaart

Artikel 8.18. bekwaamheidsbewijs basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen

Artikel 8.19. bekwaamheidsbewijs basis ladingbehandeling gastankschepen

Artikel 8.20. bekwaamheidsbewijs ladingbehandeling olietankschepen voor gevorderden

Artikel 8.21. bekwaamheidsbewijs ladingbehandeling chemicaliëntankschepen voor gevorderden

Artikel 8.22. bekwaamheidsbewijs ladingbehandeling gastankschepen voor gevorderden

Artikel 8.23. schriftelijk bewijs groepsbegeleiding

Artikel 8.24. schriftelijk bewijs dienstverlening aan passagiers

Artikel 8.25. certificaat crisisbeheersing en menselijk gedrag

Artikel 8.26. certificaat passagiersveiligheid, ladingveiligheid en waterdichtheid van de scheepsromp

Artikel 8.27. certificaat type rating HSC

Artikel 8.28. certificaat stoomvoortstuwing

Artikel 8.29. certificaat gasturbinevoortstuwing

Artikel 8.30. certificaten basisveiligheid

Artikel 8.30a. Certificaat basisveiligheid voor vissers

Artikel 8.31. certificaten reddingmiddelen

Artikel 8.32. certificaten snelle hulpverleningsboten

Artikel 8.33. certificaten brandbestrijding voor gevorderden

Artikel 8.34. certificaten medische eerste hulp aan boord

Artikel 8.35. certificaten medische zorg aan boord

Artikel 8.36. certificaten maritieme radiocommunicatie

Artikel 8.37. bekwaamheidsbewijs scheepskok

Artikel 8.38. certificaat scheepsbeveiligingsfunctionaris

Artikel 8.39. certificaat uitvoering beveiligingstaken

Artikel 8.40. certificaat bewustwording scheepsbeveiliging

Artikel 8.41. certificaat wetgeving en openbaar gezag

Artikel 8.42. certificaat scheepsmanagement-N

Artikel 8.43. certificaat scheepsmanagement-W

Artikel 8.44. certificaat aanvulling-N voor reizen nabij de internationale kust

Artikel 8.45. certificaat aanvulling-W voor reizen nabij de internationale kust

Artikel 8.46. Bekwaamheidsbewijs basistraining Polar Code voor schepen die in polaire wateren varen

Artikel 8.47. Bekwaamheidsbewijs gevorderdentraining Polar Code voor schepen die in polaire wateren varen

Artikel 8.48. Bekwaamheidsbewijs basistraining IGF Code

Artikel 8.49. Bekwaamheidsbewijs gevorderdentraining IGF Code

§ 9. Bemanningsplan

Artikel 9.1. gegevens bemanningsplan

§ 10. Vaarbevoegdheidsbewijzen en bekwaamheidsbewijzen

Artikel 10.1. Eerste afgifte

Artikel 10.2. Vernieuwing

Artikel 10.3. Erkenning van buitenlandse vaarbevoegdheidsbewijzen en bekwaamheidsbewijzen

Artikel 10.4. Bewijs van aanvraag om erkenning van een vaarbevoegdheidsbewijs

Artikel 10.5. Ervaring in 1 bedrijfstak

Artikel 10.6. Ervaring in verschillende bedrijfstakken

Artikel 10.7. Vergelijkbare functies

§ 10a. Beroepsvereisten Caribisch-Nederlandse schepen

Artikel 10.8. Bemanningscertificaat internationaal varend Caribisch-Nederlands schip

Artikel 10.9. Bemanning internationaal varend Caribisch-Nederlands schip

Artikel 10.10. Regels aangaande de medische geschiktheid

Artikel 10.11. Schipper lokaal varend Caribisch-Nederlands schip

Artikel 10.12. Beoordeling door keuringsarts

Artikel 10.13. Model SCV-certificaten

Artikel 10.14. Model Verklaring medische geschiktheid lokaal varende Caribisch-Nederlandse schepen

Artikel 10.15. Buitenlandse certificaten

§ 11. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 11.1. Verlening certificaten

Artikel 11.2. Gelijkstelling certificaten

Artikel 11.3. certificaten aanvulling-N en aanvulling-W voor reizen nabij de internationale kust

Artikel 11.3a

Artikel 11.4. Citeertitel

Bijlage A. – Model document als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Wet zeevarenden en artikel 2.1 van de Regeling zeevarenden

Bijlage B. – Model certificaat maritieme arbeid

Bijlage C. – Model voorlopig certificaat maritieme arbeid

Bijlage D. – Verklaring naleving maritieme arbeid Deel I

Bijlage E. – Model verklaring naleving maritieme arbeid deel II

Bijlage F. bij de artikelen 8.41 tot en met 8.45 van de Regeling zeevarenden

Bijlage G. Basisveiligheidstraining voor alle bemanningsleden op vissersvaartuigen - module visserij

Bijlage G*. behorende bij artikel 5a.1 van de Regeling zeevarenden

Bijlage H. Model Verklaring medische geschiktheid lokaal varende Caribisch-Nederlandse schepen