Home

Regeling veiligheid zeeschepen

Geldig vanaf 1 april 2024
Geldig vanaf 1 april 2024

Regeling veiligheid zeeschepen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2024]

Aanhef

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 12, 22, 32, 46, 48, eerste lid, 51, 54, 58 en 65 van het Schepenbesluit 2004, de artikelen 5, eerste lid, 26e, tweede lid, en 26f van de Schepenwet en de artikelen 3, eerste lid, 7, eerste lid, en 11, tweede lid, van de Wet buitenlandse schepen, op richtlijn nr. 92/29/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PbEG L 113), alsmede op de in artikel 1 van deze regeling genoemde Codes, richtlijnen en verordeningen;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • besluit: Schepenbesluit 2004;

  • Caribisch-Nederlands schip: een schip dat op grond van de Vaartuigenwet 1930 BES is geregistreerd in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  • Caribische handelszone: de Caribische handelszone (Caribbean Trading Area) als omschreven in de CCSS-Code;

  • CCSS-Code: de in het kader van het op 9 februari 1996 te Barbados tot stand gekomen Memorandum van overeenstemming inzake toezicht op schepen door de havenstaat vastgestelde Code voor de veiligheid van vrachtschepen waarmee reizen worden ondernomen in het Caribisch gebied (Code of Safety for Caribbean Cargo Ships);

  • Code on Alerts and Indicators 2009: de bij resolutie A.1021(26) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code betreffende de alarmering en indicatoren;

  • DSC-Code: de bij resolutie A.373(X) van de Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (IMCO) van de Verenigde Naties aangenomen Code voor de veiligheid van dynamisch ondersteunde schepen (Dynamically Supported Craft Code);

  • EmS-Gids: de bij circulaire MSC/Circ.1025 van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO vastgestelde Noodmaatregelen en -procedures voor schepen waarmee gevaarlijke stoffen worden vervoerd (Emergency response procedures for ships carrying dangerous goods; EmS Guide);

  • FTP-Code 2010: de bij resolutie MSC.307(88) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Code inzake beproevingsprocedures voor brandwerendheid (International Code for Application of Fire Test Procedures, 2010);

  • geregelde dienst: reeks oversteken van een ro-ro-passagiersschip of hogesnelheidspassagiersvaartuig ten behoeve van het verkeer tussen dezelfde twee of meer havens, of een reeks reizen van en naar dezelfde haven zonder tussenliggende aanloophavens, welke plaatsvinden:

    1. (i)

      volgens een gepubliceerde dienstregeling; of

    2. (ii)

      met een zodanige regelmaat of frequentie dat zij een herkenbare systematische reeks vormen;

  • Hogesnelheidsoffshoredienstschip: hogesnelheidsvaartuig als omschreven in voorschrift X/1.3. van het SOLAS-verdrag voor het vervoer van meer dan 12 industrieel personeel als bedoeld in Resolutie MSC.418(97), niet zijnde een passagiersschip.

  • Houtvaartcode: de bij resolutie A.715(17) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code voor het veilig vervoer van deklast hout (Code of Safe Practice for Ships Carrying Timber Deck Cargoes);

  • IMDG-Code: de bij resolutie MSC.122(75) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Internationale Maritieme Code inzake gevaarlijke stoffen (International Maritime Dangerous Goods Code);

  • IMSBC-Code: de bij resolutie MSC.268(85) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Internationale Maritieme Code voor het vervoer van vaste lading in bulk (International Maritime Solid Bulk Cargoes Code);

  • Industrieel personeel: personen die met een schip worden getransporteerd of aan boord van het schip worden geaccommodeerd ten behoeve van het verrichten van offshore industriële activiteiten aan boord van andere schepen of offshore installaties als bedoeld in artikel 1 van de annex bij Resolutie MSC.418(97);

  • IS-Code: de bij resolutie A.749(18) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code inzake de stabiliteit in onbeschadigde toestand voor alle scheepstypen waarvoor IMO-voorschriften bestaan (Intact Stability Code);

  • IS-Code 2008: de bij resolutie MSC.267(85) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Internationale Code betreffende de stabiliteit in onbeschadigde toestand 2008 (Intact Stability Code, 2008);

  • LY2-Code: de bij Circular letter nr. 2950 van 23 maart 2009 bij de IMO genotificeerde Grote Commerciële Jachten Code (Large Commercial Yacht Code);

  • LY3-Code: de bij GISIS Equivalent nr. XQ7989 van 13 april 2016 bij de IMO genotificeerde Grote Commerciële Jachten Code (The Large Commercial Yacht Code);

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • MODU-Code 1979: de bij resolutie A.414(XI) van de Algemene Vergadering van de IMCO aangenomen Code voor de bouw en uitrusting van verplaatsbare offshore booreenheden 1979 (Mobile Offshore Drilling Units Code, 1979);

  • MODU-Code 1989: de bij resolutie A.649(16) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code voor de bouw en uitrusting van verplaatsbare offshore booreenheden 1989 (Mobile Offshore Drilling Units Code, 1989);

  • MODU-Code 2009: de bij resolutie A.1023(26) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code voor de bouw en uitrusting van verplaatsbare offshore booreenheden 2009 (Mobile Offshore Drilling Units Code, 2009);

  • Offshoredienstschip: schip voor het vervoer of de accommodatie van meer dan 12 industrieel personeel als bedoeld in Resolutie MSC.418(97), niet zijnde een hogesnelheidsvaartuig;

  • Offshore industriële activiteiten: constructie, onderhoud of bediening van offshore installaties gerelateerd aan onder meer, maar niet beperkt tot exploratie, de energiesector, aquacultuur, mijnbouwwerkzaamheden op zee of soortgelijke activiteiten als bedoeld in artikel 3 van de annex bij Resolutie MSC.418(97);

  • resolutie A.468(XII)-maatregelen: bij resolutie A.468(XII) van de Algemene Vergadering van de IMO voorgeschreven maatregelen ter beperking van geluidhinder aan boord van schepen (Code on noise levels on board ships);

  • resolutie A.1122(30): resolutie A.1122(30) van de Algemene Vergadering van de IMO, houdende de Code voor het vervoer en de behandeling van gevaarlijke en schadelijke vloeistoffen in bulk door offshore ondersteuningsschepen (OSV Chemical Code);

  • resolutie MSC.235(82): de bij resolutie MSC.235(82) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen Richtlijnen voor het ontwerp en de bouw van offshore bevoorradingsschepen (2006) (Guidelines for the design and construction of offshore supply vessels, 2006);

  • Resolutie MSC.418(97): de bij resolutie MSC.418(97) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO aangenomen interim aanbevelingen voor het veilig vervoer van meer dan 12 industrieel personeel met schepen waarmee internationale reizen worden ondernomen (Interim recommendations on the safe carriage of more than 12 industrial personnel board vessels engaged on international voyages, 2016);

  • richtlijn 92/29/EEG: richtlijn nr. 92/29/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PbEG L 113);

  • richtlijn 98/41/EG: richtlijn nr. 98/41/EG van de Raad van 18 juni 1998 inzake de registratie van de opvarenden van passagiersschepen die vanuit of naar havens in de lidstaten van de Gemeenschap varen (PbEG L 188);

  • richtlijn 2003/25/EG: richtlijn nr. 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 april 2003 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen (PbEU L 123);

  • richtlijn 2009/45/EG: richtlijn nr. 2009/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 mei 2009 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen (PbEU L 163);

  • richtlijn 2014/53/EU: richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG (PbEU L 153);

  • richtlijn 2014/90/EU: richtlijn nr. 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van richtlijn 96/98/EG van de Raad (PbEU L 257);

  • richtlijn (EU) 2017/2110: richtlijn (EU) 2017/2110 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 betreffende een inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG en tot intrekking van Richtlijn 1999/35/EG van de Raad (PbEU L 315);

  • ruimten voor machines: ruimten als bedoeld in voorschrift II-2/3, onderdeel 30, van het SOLAS-verdrag;

  • ruimten voor machines van categorie A: ruimten als bedoeld in voorschrift II-2/3, onderdeel 31, van het SOLAS-verdrag;

  • schip dat wordt gebezigd voor het aan boord nemen van drenkelingen: schip dat wordt gebezigd voor het stelselmatig aan boord nemen van drenkelingen, en dat op grond van voor Nederland geldende rechtsregels als pleziervaartuig of vrachtschip de vlag van het Koninkrijk voert;

  • SCV-Code: de in februari 2001 onder auspiciën van de IMO opgestelde en bij circulaire SLS.14/Circ.396, als voor het Koninkrijk der Nederlanden geldende equivalente regeling, aangemelde Code voor de veiligheid van kleine commerciële schepen waarmee reizen worden ondernomen in het Caribisch gebied (Code of Safety for Small Commercial Vessels);

  • SPS-Code: de bij resolutie A.534(13) van de Algemene Vergadering van de IMO aangenomen Code voor de veiligheid van schepen voor bijzondere doeleinden (Special Purpose Ships Code);

  • SPS-Code 2008: de bij resolutie MSC.266(84) van de Maritieme Veiligheidscommissie aangenomen Code voor de veiligheid van schepen met bijzondere doeleinden 2008 (Special Purpose Ships Code, 2008);

  • STCW-Code: de Code inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van zeevarenden, behorend bij het STCW-Verdrag (Trb. 1996, 249);

  • uitvoeringsverordening scheepsuitrusting: uitvoeringshandeling van de Europese Commissie betreffende de vereisten met betrekking tot het ontwerp, de constructie en de prestaties van en de beproevingsnormen voor de scheepsuitrusting, als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van richtlijn 2014/90/EU;

  • verjaardatum: een met de vervaldatum corresponderende dag en maand van elk jaar dat gelegen is tussen de datum van afgifte en de vervaldatum van een certificaat;

  • verordening (EG) 725/2004: verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEU L 129);

  • verordening (EG) 336/2006: verordening (EG) nr. 336/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 februari 2006 inzake de implementatie van de Internationale Veiligheidsmanagementcode in de Gemeenschap en tot intrekking van verordening (EG) nr. 3051/95 van de Raad van de Europese Unie (PbEU L 64).

2.

Voor de toepassing van deze regeling worden onder industrieel personeel begrepen personen die:

  1. 16 jaar of ouder zijn, en

  2. in het bezit zijn van een geldig certificaat basisveiligheid als bedoeld in artikel 8.30 van de Regeling zeevarenden of het geldig certificaat:

    1. Basic Safety Training afgegeven volgens de industriestandaard van de Global Wind Organisation (GWO);

    2. Basic Offshore Safety Introduction and Emergency Training afgegeven volgens de industriestandaard van de Offshore Petroleum Industry Training Organisation (OPITO); of

    3. Offshore Safety Introduction and Emergency Response Training afgegeven volgens de industriestandaard van de Netherlands Oil and Gas Exploration and Production Association (NOGEPA);

  3. een familiarisatietraining hebben gevolgd in overeenstemming met artikel 40, vijfde lid, van het Besluit zeevarenden;

  4. bekend zijn met de relevante werkprocedures aan boord van het schip;

  5. zijn uitgerust met op de reis afgestemde, geschikte persoonlijke veiligheidsmiddelen, en

  6. in het bezit zijn van een geldige geneeskundige verklaring van geschiktheid voor de zeevaart in overeenstemming met artikel 40, tweede lid, van de Wet zeevarenden of een daaraan gelijkwaardige geneeskundige verklaring afgeven volgens de industriestandaarden van:

    1. Oil and Gas UK (OGUK);

    2. Netherlands Oil and Gas Exploration and Production Association (NOGEPA); of

    3. Norwegian Oil and Gas Association;

  7. voldoen aan de van toepassing zijnde herhalingsverplichtingen van het Besluit zeevarenden dan wel die van de industriestandaarden.

Artikel 1a

Artikel 2. Bouwdatum van een schip

Artikel 3. Toepassingsbereik

Hoofdstuk 2. Certificaten en onderzoeken

§ 1. Benodigde certificaten

Artikel 3a. Nationaal veiligheidscertificaat

Artikel 4. Certificaat voor passagiersschepen in nationale vaart (EU)

Artikel 5. Certificaten voor verplaatsbare offshore booreenheden (IMO)

Artikel 5a. Certificaat voor offshore bevoorradings- en ondersteuningsschepen (IMO)

Artikel 5b. Certificaat van overeenstemming (LY2-Code en LY3-Code)

Artikel 5c. Certificaten op grond van CCSS-Code (CMOU)

Artikel 5d. Certificaten voor passagiersschepen op grond van SCV-Code (IMO)

Artikel 5e. Certificaten voor vrachtschepen op grond van SCV-Code (IMO)

Artikel 6. Certificaten op grond van DSC-Code, SPS-Code en SPS-Code 2008 (IMO)

Artikel 6a. Bijzonder certificaat schip dat wordt gebezigd voor het aan boord nemen van drenkelingen, van minder dan 500 GT

Artikel 6b. Certificaat SPS-Code schip dat wordt gebezigd voor het aan boord nemen van drenkelingen van 500 GT of meer

Artikel 6c. Bijzonder certificaat offshoredienstschepen van minder dan 500 GT en met een lengte van 24 meter of meer

Artikel 6d. Bijzonder certificaat hogesnelheidsoffshoredienstschepen van minder dan 500 GT en met een lengte van 24 meter of meer met ten hoogste 60 personen aan boord

Artikel 6e. Certificaat (hogesnelheids)offshoredienstschepen van 500 GT of meer

Artikel 6f. Bijzonder certificaat voor passagiersschepen kleiner dan 24 meter op nationale reizen

Artikel 7. Aanvullend certificaat voor ro-ro-passagiersschepen in Europese vaart (EU)

Artikel 7a. Veiligheidsmanagementcertificaat (EU)

Artikel 8. Scheepsbeveiligingscertificaat passagiersschepen in nationale vaart (EU)

Artikel 9. Bij certificaten behorende uitrustingsrapporten, aanhangsels e.d.

§ 2. Onderzoeken

Artikel 9a. Onderzoeken van schepen waarvoor een nationaal veiligheidscertificaat benodigd is

Artikel 9b. Onderzoeken van offshore bevoorradings- en ondersteuningsschepen (IMO)

Artikel 9c. Onderzoeken van schip dat wordt gebezigd voor het aan boord nemen van drenkelingen

Artikel 9d. Onderzoeken van offshoredienstschepen van minder dan 500 GT en met een lengte van 24 meter of meer

Artikel 9e. onderzoeken van hogesnelheidsoffshoredienstschepen van minder dan 500 gt en met een lengte van 24 meter of meer met ten hoogste 60 personen aan boord

Artikel 9f. Onderzoeken van (hogesnelheids)offshoredienstschepen van 500 GT of meer

Artikel 9g. Onderzoeken van passagiersschepen kleiner dan 24 meter op nationale reizen

Artikel 10. Onderzoeken van passagiersschepen in nationale vaart (EU)

Artikel 11. Onderzoeken van verplaatsbare offshore booreenheden (IMO)

Artikel 12. Onderzoeken op grond van DSC-Code, SPS-Code en SPS-Code 2008 (IMO)

Artikel 12a. Onderzoeken op grond van de LY2-Code en LY3-Code

Artikel 12b. Onderzoeken op grond van CCSS-Code (CMOU)

Artikel 12c. Onderzoeken van passagiersschepen op grond van SCV-Code (IMO)

Artikel 12d. Onderzoeken van vrachtschepen tot 24 m op grond van SCV-Code (IMO)

Artikel 13. Onderzoeken van ro-ro-passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersschepen (EU)

Artikel 14. Tijdstippen van onderzoek

Artikel 15. Uitvoering onderzoeken door erkende organisaties

Artikel 16. Aantekening van onderzoeken

§ 3. Afgifte en geldigheid van certificaten

Artikel 17. Certificaten voor passagiersschepen in nationale vaart (EU)

Artikel 17a. Certificaten op grond van bijzondere Codes en resoluties (IMO, CMOU, MCA)

Artikel 17b. Geldigheidsduur certificaat schip dat wordt gebezigd voor het aan boord nemen van drenkelingen

Artikel 17c. Geldigheidsduur bijzonder certificaat passagierschip kleiner dan 24 meter op nationale reizen

Hoofdstuk 3. Eisen aan schip en bedrijfsvoering

§ 1. Eisen aan schepen

Artikel 18a. Eisen aan schepen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, onderdelen b en c

Artikel 18b. Eisen aan offshoredienstschepen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, onderdeel f

Artikel 18c. Eisen aan hogesnelheidsoffshoredienstschepen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, onderdeel g

Artikel 19. Eisen aan passagiersschepen in nationale vaart (EU)

Artikel 20. Eisen op grond van bijzondere Codes (IMO, CMOU, MCA)

Artikel 20a. Eisen aan schip dat wordt gebezigd voor het aan boord nemen van drenkelingen

Artikel 20b. Eisen aan passagiersschip kleiner dan 24 meter op nationale reizen

Artikel 21. Bijzondere eisen voor offshore bevoorradings- en ondersteuningsschepen (IMO)

Artikel 21a. Bijzondere eisen voor offshoredienstschepen van minder dan 500 GT en met een lengte van 24 meter of meer

Artikel 21b. Bijzondere eisen voor hogesnelheidsoffshoredienstschepen van minder dan 500 GT en met een lengte van 24 meter of meer met ten hoogste 60 personen aan boord

Artikel 21c. Bijzondere eisen voor (hogesnelheids)offshoredienstschepen van 500 GT of meer

Artikel 22. Nadere regels betreffende de stabiliteit van schepen (IMO, EU)

Artikel 23. Nadere regels betreffende werktuiglijke en elektrische installaties

Artikel 24. Nadere regels betreffende de veiligheid van navigatie

Artikel 25. Medische uitrusting (EU, IMO)

Artikel 26. Nadere regels in relatie tot benodigde certificaten

Artikel 27. Gelijkwaardige voorzieningen

Artikel 28. Wederzijdse erkenning

§ 2. Eisen aan de bedrijfsvoering over schepen

Artikel 29. Veiligheidscommissie (ILO)

Artikel 30 [Vervallen per 21-12-2023]

Artikel 31. Nadere regels betreffende de beveiliging van schepen (SOLAS, EU)

§ 3. Toelatingseisen voor scheepsuitrusting

Artikel 32. Toepassingsbereik

Artikel 33

Artikel 34. Nationale typegoedkeuringen voor scheepsuitrusting

Artikel 34a. Typegoedkeuringen voor scheepsuitrusting op Caribisch-Nederlandse schepen

Artikel 35. Europese typegoedkeuringen voor R&TTE-apparatuur

Artikel 36. Wederzijdse erkenning

Artikel 37

§ 4. Vrijstellingen

Artikel 37a. Vrijstelling voor bepaalde schepen ten aanzien van het standaard en reserve magnetisch kompas en kompaspeiltoestel

Artikel 37b. Vrijstellingen voor schepen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, onderdeel a

Artikel 38. Verminderd vrijboord voor baggermaterieel

Artikel 39. Vrijstellingen op grond van bijzondere Codes (IMO, CMOU, MCA)

Artikel 39a [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 40. Sportvissersvaartuigen

Artikel 41. Vrijstellingen schepen zonder middelen tot werktuiglijke voortstuwing

Artikel 41a. Vrijstellingen betreffende de veiligheid van navigatie

Artikel 41b. Vaart rond de eilanden van Caribisch-Nederland

Hoofdstuk 4. Vervoer van lading

Artikel 42. Vervoer van deklast hout (IMO)

Artikel 43. Bevoegde autoriteiten IMSBC-Code (IMO)

Artikel 44. Nadere regels betreffende het vastzetten van lading (IMO)

Artikel 44a. Methode berekening geverifieerde brutomassa van een beladen container ingevolge voorschrift 2, vierde lid, onder 2, deel A, hoofdstuk VI, van het SOLAS-verdrag

Artikel 44b. Toegestane afwijkingsmarge geverifieerde massa van een beladen container

Artikel 45. Bevoegde autoriteiten IMDG-Code (IMO)

Artikel 46. EmS-Gids (IMO)

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de kapitein

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 47. Voorschriften voor passagiersschepen in nationale vaart (EU)

Artikel 48. Voorschriften voor bijzondere scheepstypen (IMO, CMOU, MCA)

Artikel 48a. Voorschriften voor schip dat wordt gebezigd voor het aan boord nemen van drenkelingen

Artikel 49. Beheer medische uitrusting (EU)

Artikel 50 [Vervallen per 21-12-2023]

Artikel 51. Incidenten met gevaarlijke stoffen (IMO)

Artikel 52. Bijhouden dagboeken

§ 2. Vrijstellingen

Artikel 53. Uitwatering van baggermaterieel met verminderd vrijboord

Artikel 54. Beproeven van stuurinrichting op korte reizen (SOLAS)

Artikel 55. Niet-werktuiglijk voortbewogen schepen

Hoofdstuk 6. Buitenlandse schepen in Nederlandse wateren

Artikel 56. Toepassingsbereik

Artikel 57. Voorschriften met betrekking tot buitenlandse schepen

Artikel 58. Handhaving

Artikel 59. Strafbare feiten

Hoofdstuk 6a. [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 59a [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 59b [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 59c [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 59d [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 59e [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 59f [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 59g [Vervallen per 01-07-2014]

Artikel 59h [Vervallen per 01-07-2014]

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 60. Bekendmaking van Codes e.d.

Artikel 61. Wijzigingen van Codes e.d.

Artikel 62. Wijzigingen van richtlijnen

Artikel 62a. Overgangsrecht voor Caribisch-Nederlandse schepen

Artikel 63. Inwerkingtreding

Artikel 64. Citeertitel

Bijlage 1 [Vervallen per 01-01-2018]

Bijlage 2

Bijlage 3. behorende bij artikel 18a, eerste lid , van de Regeling veiligheid zeeschepen

Bijlage 3a. behorende bij artikel 18a, tweede lid , van de Regeling veiligheid zeeschepen

Bijlage 3b. behorend bij artikel 20a, eerste lid , van de Regeling veiligheid zeeschepen

Bijlage 3c. Eisen aan offshoredienstschepen en hogesnelheidsoffshoredienstschepen van minder dan 500 gt

Bijlage 3d. behorende bij artikel 20b van de Regeling veiligheid zeeschepen

Bijlage 4. behorende bij artikel 19, tweede lid , van de Regeling veiligheid zeeschepen (Zeegebieden A tot en met D, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van Richtlijn nr. 2009/45/EG)

Bijlage 5. behorende bij de artikelen 25, eerste lid , en 49, derde lid , van de Regeling veiligheid zeeschepen

Bijlage 6. Eisen met betrekking tot de vaart rond de eilanden van Caribisch-Nederland

Bijlage 7. behorende bij artikel 5b . van de Regeling veiligheid zeeschepen