Wet windenergie op zee
Wet windenergie op zee
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het realiseren van meer windenergie op zee bijdraagt aan het verwezenlijken van de hernieuwbare energiedoelstellingen, dat op zee meerdere activiteiten plaatsvinden waar windparken op zee ingepast moeten worden, dat het aansluiten van windparken op het elektriciteitsnet tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten moet plaatsvinden waardoor het wenselijk is om coördinatie van de ruimtelijke inpassing van windenergie op zee te versterken;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen en werkingssfeer
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aansluitpunt: punt waarop een aansluitverbinding wordt aangesloten op een net of op een installatie;
kavel: locatie voor een windpark;
kavelbesluit: besluit waarin een kavel en een tracé voor een aansluitverbinding zijn aangewezen;
net: een net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998;
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 12;
windenergie: energiedrager die ontstaat na omzetting van wind;
windpark: een samenstel van voorzieningen waarmee windenergie wordt geproduceerd, waarbij onder een samenstel van voorzieningen wordt verstaan alle aanwezige middelen die onderling met elkaar zijn verbonden voor de productie van windenergie.